We hebben alle reacties, ideeën en de uitslag van de Keuzewijzer verwerkt. Dit heeft een eerste versie van het nieuwe participatiebeleid opgeleverd. Dit beleid lees je hieronder. Je kunt je mening over het nieuwe beleid achterlaten. Daarvoor moet je even inloggen.
Op 16 oktober, tijdens een live bijeenkomst, hebben deelnemers ook al gereageerd op het beleid. Ben je benieuwd naar wat zij hebben gezegd, kijk dan in het verslag.
We horen heel graag wat je ervan vindt!
[...]
Participatie heeft veel verschillende betekenissen en kan daardoor verschillend begrepen worden. De provincie houdt de definitie aan van Kennisknooppunt Participatie, onderdeel van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat:
“Participatie is een proces waarbij individuen, groepen en organisaties invloed uitoefenen op en controle delen over collectieve vraagstukken, beslissingen of diensten die hen aangaan” (Kennisbasis participatie, 2019).
De bovenstaande definitie geeft aan dat participatie altijd verder gaat dan het informeren van de omgeving zowel bij participatietrajecten georganiseerd door anderen als bij participatietrajecten van de provincie zelf. De provincie erkent dat informeren en communicatie belangrijke voorwaarden zijn voor een zorgvuldig participatieproces want om meningen in te winnen is informatie en kennis over het onderwerp belangrijk. Maar participatie gaat verder dan het zenden/ontvangen van informatie. Er moet voor deelnemers daadwerkelijk een mogelijkheid zijn om iets te beïnvloeden. Er moet zoals de definitie vanuit de Kennisbasis participatie aangeeft, ruimte zijn voor individuen, groepen en organisaties om ‘invloed uit te oefenen op en controle te delen over collectieve vraagstukken, beslissingen of diensten’. Het gaat om de intentie écht te willen weten hoe de omgeving over een onderwerp denkt, dit op te halen en transparant terug te koppelen wat er met de input gebeurt.
Spanning participatie en de reguliere systemen van de provincie
Participatietrajecten bestaan naast de reguliere systemen van de provincie en worden in elkaar verweven. Dit kan soms voor spanning zorgen. Want hoewel het dagelijks bestuur, Gedeputeerde Staten en de volksvertegenwoordiging, Provinciale Staten elke vier jaar op een democratische wijze worden gekozen en de Zuid-Hollanders politiek vertegenwoordigen, kunnen uitkomsten van participatie soms tegenover ideeën van het dagelijks bestuur of de volksvertegenwoordiging staan. Hiermee omgaan is een uitdaging! Door vroegtijdig de verschillende rollen te benoemen en afspraken te maken over hoeveel beïnvloedingsruimte er is voor de provincie of juist voor de omgeving, proberen we het gesprek hierover te voeren en de spanning te verminderen.
Rollen bepalen
De beïnvloedingsruimte en rol van de omgeving / provincie wordt bepaald door het soort participatie dat wordt nagestreefd. Hieronder volgt een beschrijving van de verschillende soorten participatie met bijbehorende rollen. Het participatiekompas helpt bij het bepalen van de rol en de liniaal helpt bij het uitleggen van de verschillende rollen.
Informeren
Er kunnen hele goede redenen zijn om als provincie geen participatie te organiseren, bijvoorbeeld wanneer duidelijk is dat er geen ruimte voor beïnvloeding is. Maar ook dan zijn we als overheid open en transparant naar onze omgeving. Dat betekent dat we betrokkenen altijd tijdig informeren wanneer de provincie beslissingen maakt die hen aangaan, óók wanneer er om wat voor reden dan ook geen actief participatietraject plaatsvindt.
Raadplegen
De provincie vraagt belanghebbenden om meningen en ideeën maar er is geen garantie dat die inbreng ook daadwerkelijk wordt opgevolgd. De provincie bepaalt het onderwerp, de kaders waarbinnen participatie plaatsvindt en hoe de participatieopbrengst wordt opgevolgd.
Advies vragen
De provincie vraagt betrokkenen actief om advies te geven over bepaalde vraagstukken en neemt dat advies ook echt mee in de beleidsontwikkeling tenzij er sterke argumenten zijn om dit niet te doen. Wanneer wordt afgeweken van het advies zal onderbouwd worden waarom. De provincie bepaalt (eventueel samen met de omgeving) het gespreksonderwerp en de methoden en kaders waarmee de advisering vorm krijgt.
Samenwerken
Plannen worden gezamenlijk met de omgeving opgesteld, uitgevoerd en geëvalueerd. De kaders van de samenwerking worden gezamenlijk bepaald. Er is sprake van een gelijkwaardige samenwerking waarbij de provincie optreedt als partner en beslissingen dus ook gezamenlijk worden genomen.
Ondersteunen
De provincie ondersteunt bij het uitvoeren van plannen van anderen, bijvoorbeeld door het verlenen van subsidie of fysieke ruimte. Hierbij is er altijd sprake is van een overeenkomst tussen de samenwerkingspartij en de provincie. Het uitdaagrecht/maatschappelijk initiatief is hierin een specifieke vorm van participatie waarbij uitvoerende provinciale taken structureel kunnen worden overgenomen door anderen. Hierbij blijft de provincie eindverantwoordelijk voor het uitvoeren van de taak. Zie hoofdstuk 3 voor de voorwaarden die we stellen aan deze vorm van participatie.
Deelnemen
De provincie kan tot slot ook optreden als deelnemer binnen een participatietraject van een andere organisatie of overheid. De exacte rol van de provincie is afhankelijk van het traject.
Verschillende ideeën over de rol van inwoners tijdens participatietrajecten
Uit de digitale Denk mee keuzewijzer georganiseerd in mei/juni 2024 blijkt dat inwoners verschillende perspectieven hebben als het gaat om hun rol tijdens participatietrajecten. De uitkomsten van de keuzewijzer zijn hier te vinden.
In een vroegtijdig stadium meedenken
Deelnemer: “Bij sommige thema’s is het fijn om in een vroeg stadium mee te denken, maar in andere gevallen kan het prettig zijn dat er al e.e.a. vastligt en ik kan aangeven wat voor mij de best mogelijke keuze is.”
Meedenken over onderwerpen die dichtbij staan
Deelnemer: “Meedenken is relevanter als je zelf veel te maken hebt/krijgt met de gevolgen van keuzes. Het uitvoeren van taken vind ik echt een taak van de overheid. Burgers hoeven er geen tweede baan bij.”
Waarom werkt de provincie samen met anderen aan maatschappelijke opgaven? Wat is het perspectief op de lange termijn?
We sluiten aan bij het Coalitieakkoord Krachtig Zuid-Holland Perspectief 4: een gezonde omgeving en een slagvaardig provinciebestuur, p.28:
“Bij het aanpakken van maatschappelijke opgaven willen we samenwerken met veel partijen. We geloven dat ons beleid en onze besluiten beter worden door het betrekken van inwoners en ondernemers. We maken daarom werk van participatie. We dragen bij aan een goed functionerende democratie met sterke gemeenten, een slagvaardig bestuur, gezonde financiën en een professionele organisatie.
Bij het aanpakken van grote maatschappelijke opgaven geloven we dat samenwerking met partijen essentieel is. Onderwerpen waar de Provincie Zuid-Holland aan werkt hebben vaak invloed op de directe omgeving van Zuid-Hollanders. We zijn overtuigd dat het werk van de provincie beter wordt wanneer we samenwerken met Zuid-Hollanders, ondernemers, maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen en medeoverheden. Deze partijen hebben waardevolle kennis, creativiteit en expertise. We willen partijen actief te betrekken bij de beslissingen die hen aangaan en betrekken Zuid-Hollanders met verschillende achtergronden bij de maatschappelijke uitdagingen waar we voor staan. Ook willen we met participatie meer wederzijds begrip tussen Zuid-Hollanders en de provincie creëren. Door de relatie te verbeteren kunnen we de democratie versterken. Om al deze redenen maken we werk van participatie! Hierbij wordt er continue geleerd, zodat de samenwerking steeds beter wordt en we als organisatie groeien.
Er zijn 3 pijlers van participatie geformuleerd die bijdragen aan de participatievisie, namelijk: beter beleid maken, rechtvaardig beleid maken, voor wederzijds begrip zorgen en samen leren om processen te verbeteren.
1. Participatie voor beter beleid
Door participatie te organiseren wordt het werk van de provincie in de beleidsvorming en uitvoering inhoudelijk beter. Met behulp van participatie wordt de kennis en creativiteit van de maatschappij benut bij het maken van plannen. Daarnaast sluit het beleid zo beter aan op de wensen en behoeften van de maatschappij. De provincie heeft een open houding, is geïnteresseerd in ideeën van buiten, neemt dit serieus en participatie wordt een vast onderdeel in de processen conform de Omgevingswet en de Wet Versterking Participatie op Decentraal niveau.
Minder gedoe achteraf
Bijvangst van een goede samenwerking met de omgeving is dat dit kan leiden tot minder reacties achteraf in de vorm van bijvoorbeeld WOO-verzoeken, bezwaren of rechtszaken.
2. Participatie voor rechtvaardiger beleid
We betrekken Zuid-Hollanders bij de beslissingen die hen aangaan. Door participatietrajecten op een goede, eerlijke manier te organiseren kunnen deelnemers het proces als rechtvaardig beschouwen (procedurele rechtvaardigheid) en kan de uitkomst van een participatietraject geaccepteerd worden (legitimiteit). Zelfs als een individu het inhoudelijk niet eens is met uitkomst, kan de uitkomst bij een eerlijk proces aanvaard worden. Een onderdeel van een goed en eerlijk proces is dat we altijd stilstaan bij het betrekken van groepen met verschillende perspectieven (diversiteit) en om waar mogelijk, individuen die mee willen doen maar om wat voor reden dan ook obstakels ondervinden, de kans te bieden om toch bij te dragen (inclusie). Zo zorgen we ervoor dat het beleid van de provincie rechtvaardiger wordt.
Rechtvaardigheid & medeoverheden
In juli 2024 ging de provincie met medeoverheden in gesprek over het onderwerp participatie. Hier kwam het onderwerp rechtvaardigheid ook aan bod. Een deelnemer noemde: “Je maakt geen beleid voor/over mensen zonder met ze erover te praten.”
3. Participatie voor wederzijds begrip
Door Zuid-Hollanders actief te betrekken, met elkaar in gesprek te gaan, inzicht te geven in de processen van de provincie en de (digitale) toegankelijkheid van participatietrajecten/de provincie te verbeteren, willen we wederzijds begrip vergroten. Dit betekent ook dat de provincie meer inzicht krijgt in de wereld van Zuid-Hollanders en andersom de Zuid-Hollanders meer inzicht krijgen in de wereld van de provincie. Zo kan de relatie tussenbeide verbeteren. We geloven dat door participatie op een goede manier te organiseren en te luisteren naar de inbreng van Zuid-Hollanders, het vertrouwen in elkaar en daarmee de democratie kan groeien.
Redenen om als provincie de relatie met Zuid-Hollanders te verbeteren
Uit de straatgesprekken met inwoners die de provincie voerde in mei/juni 2024 blijkt dat inwoners ervaren dat de provincie moeilijk te bereiken is. Inwoners ervaren dat de deur dicht zit; de locatie van deze deur onduidelijk is; en dat de provincie zich "verstopt zich achter telefoonnummers die niet bereikbaar zijn of doodlopen". Veel inwoners weten niet wat de provincie doet en/of heeft bereikt. De onderwerpen van de provincie lijken een “ver van mijn bed show”.
Met je eigen kiezers blijven praten en blijven spreken
Tijdens een informeel gesprek in augustus 2024 met Provinciale Staten werd benoemd dat het belangrijk is om contact te behouden met de eigen kiezers. Participatie werd hiervoor als middel benoemd.
Hieronder volgen de specifieke taken die de provincie uitvoert als het gaat om participatie.
De provincie heeft verschillende participatieprincipes vastgesteld waar zij altijd rekening mee houdt bij de organisatie van participatietrajecten.
Bij elk participatietraject georganiseerd door de provincie houden we rekening met 4 participatieprincipes. Deze principes zijn tot stand gekomen met behulp van de opbrengsten uit participatiebijeenkomsten met onder andere inwoners, bedrijven, medeoverheden en organisaties.
1. Aanpak bepalen op basis van het vraagstuk
Het uitgangspunt van de provincie is dat goed onderbouwd en begrepen wordt op politiek, bestuurlijk en ambtelijk niveau “waarom op welk moment welk participatiemiddel” wordt ingezet (Leren in Participatieland, 2021). De provincie bepaalt vanuit de inhoud van het vraagstuk wat de doelen zijn van een participatietraject. Dit betekent dat de opgave, de rol van de provincie, de belanghebbenden en de impact op de omgeving bepalend zijn om de participatiedoelen en de aanpak te bepalen. De doelen en aanpak verschillen per traject. Doelen kunnen, afhankelijk van het vraagstuk zijn: het inhoudelijk verbeteren van beleid, uitvoering of evaluatie; zorgen voor een gedragen proces (legitimiteit vergroten); en/of het overbruggen van tegenstrijdige belangen. Er wordt alleen een participatietraject gestart als het vraagstuk zich leent voor participatie. In dat geval is er voldoende juridische ruimte, is er beïnvloedingsruimte voor participanten, is er voldoende tijd, capaciteit en geld beschikbaar en is er bestuurlijke dekking (zie participatieverordening en Leidraad participatie).
Schijnparticipatie voorkomen
Er zijn gevallen waarin participatie meer negatieve dan positieve effecten voortbrengt. Een van de voornaamste redenen hiervoor is zogenaamde schijnparticipatie: er wordt een participatietraject gestart terwijl doorslaggevende keuzes over het participatieonderwerp allang zijn gemaakt. Hiermee wordt de indruk gewekt dat er iets te beïnvloeden valt terwijl dat eigenlijk niet het geval is. Dit leidt tot teleurstellingen en heeft een negatieve impact op het vertrouwen van participanten in de overheid. Daarom wordt er wanneer er geen beïnvloedingsruimte is geen participatietraject gestart waarin de suggestie wordt gewekt dat er wel iets te beïnvloeden valt. Uiteraard blijft de provincie altijd transparant belanghebbenden informeren over keuzes die gemaakt worden en de overwegingen die daaraan ten grondslag liggen, óók wanneer er geen sprake is van een participatietraject.
Verschillende succesfactoren van participatie
Deelnemers van de Denk mee keuzewijzer noemden verschillende succesfactoren van participatie zoals: gehoord worden, als het plan goed doordacht is, als de deelnemende groep representatief is, er evenredig naar partijen is geluisterd en wanneer de oplossing een verbetering voor de omgeving met zich meebrengt.
2. Aandacht voor verschillende perspectieven
Bij de inrichting van een participatietraject wordt altijd stilgestaan bij de diversiteit van perspectieven op een vraagstuk en zet de provincie zich in voor het meewegen van zoveel mogelijk verschillende standpunten. Dit kan door bijvoorbeeld onderzoek te doen naar welke standpunten er zijn en op basis hiervan vertegenwoordigers uit te nodigen; te bekijken welke perspectieven voortkomen uit de participatieopbrengsten achteraf; door aan een willekeurige loting te doen; en/of door verschillende communicatiemiddelen en werkvormen te gebruiken tijdens de participatie (bijvoorbeeld fysiek en online, in groepen en individueel). Daarnaast is het van belang om in specifieke gevallen rekening te houden met inclusie. Dit houdt in dat er maatwerk geleverd kan worden om deelnemers te betrekken op een manier die past bij persoonlijke omstandigheden. Denk hierbij aan drempelverlagende maatregelen om participanten mee te laten doen zoals het verzorgen van een oppas of een reiskostenvergoeding. Door aandacht te hebben voor het betrekken van een diverse groep deelnemers met verschillende perspectieven zorgt de provincie voor een rechtvaardiger proces en weloverwogen belangenafweging.
Geslaagde participatie volgens Provinciale Staten
Tijdens een informeel gesprek over participatie met de Provinciale Statenleden van Zuid-Holland noemen zij verschillende elementen op basis waarvan zij participatie geslaagd vinden. “Wanneer de belangen van deelnemers gehoord en gewogen zijn door degenen die het besluit nemen, dat die overwegingen aan de deelnemers duidelijk zijn, en daarmee hun acceptatie van de uitkomst groeit”, noemt een Statenlid als succesfactor. Iemand anders benadrukt: “Wanneer het lukt om ook echt alle betrokkenen voor een vraagstuk te betrekken, niet alleen de usual suspects”. Een ander Statenlid vertelt dat een ander element voor succesvolle participatie is: “Als iedereen de kans krijgt deel te nemen en zich betrokken en verantwoordelijk voelt”. Hierbij werd ook benadrukt dat er aandacht moet zijn voor het betrekken van moeilijk bereikbare doelgroepen zoals jongeren en personen met een migratieachtergrond.
Diversiteit van participatiemethodes
Deelnemers van de Denk mee keuzewijzer noemen het belang van verschillende participatieopties. Zo noemt een deelnemer; “Er moet een divers aanbod zijn aan participatiemogelijkheden, zodat bewoners kunnen kiezen wat bij hun past”. Iemand anders schrijft, “Hoewel ik graag fysiek aanwezig zou willen zijn, zal het in mijn geval lastiger worden in verband met vervoer. En dan zou online weer een betere optie zijn. ”
3. Heldere communicatie en verwachtingsmanagement
Een succesvol participatietraject kan niet zonder goede informatievoorziening voor- tijdens- en achteraf. Om een weloverwogen mening te geven over een vraagstuk is het belangrijk dat deelnemers over voldoende informatie beschikken. Daarom deelt de provincie altijd informatie over het vraagstuk op een manier die aansluit bij deelnemers. Daarnaast is het voor het verwachtingsmanagement van belang dat naast inhoudelijke informatie ook informatie over het proces en de opvolging van de participatieopbrengst wordt gedeeld. Denk hierbij aan een tijdslijn van het traject, op welke momenten deelnemers kunnen meedenken en op welke manier-, wanneer- en hoe resultaten van participatie worden meegenomen. Na een participatietraject volgt altijd een terugkoppeling. Tijdens een traject kunnen onvoorziene gebeurtenissen voor een koerswijziging zorgen of er kunnen voorafgaand aan een traject componenten onduidelijk zijn. Door dit te erkennen en tijdens een participatietraject de onzekerheden te benoemen wil de provincie hierover transparantie bieden, betrouwbaar en eerlijk zijn.
4. Samen leren
Door te leren van participatietrajecten kunnen we onze samenwerkingen verbeteren en horen waar we het beter kunnen doen. Daar hoort een sterke en participatieve monitoring- en evaluatiestrategie bij. Een participatietraject is nooit perfect, en ook de provincie of een extern onderzoeksbureau weet niet altijd welke factoren ‘goede’ participatie maken. We geloven dat degenen die meedoen of belang hebben bij de uitkomsten van een participatieproces ook een stem moeten hebben in de evaluatie ervan. Belanghebbenden worden daarom betrokken bij de evaluatie zelf en waar mogelijk ook bij het ontwerp ervan.
Evaluatie is daarnaast geen éénmalige gebeurtenis, maar een doorlopend proces waar al vroegtijdig over moet worden nagedacht. Door regelmatig te evalueren en te monitoren in samenwerking met belanghebbenden kunnen we tijdig inspelen op veranderende omstandigheden en behoeften. Het uiteindelijke doel van monitoring & evaluatie is om samen te leren en te groeien, zowel binnen het participatietraject als daarbuiten. Door de verkregen inzichten vergroten we onze kennis en verbeteren we continu onze werkwijze. Monitoring en evaluatie wordt een vast onderdeel van het participatieplan.
Openstaan voor zelfreflectie
Een deelnemer aan de Denk mee keuzewijzer schrijft: “Ik vind het informeren van burgers zowel tijdens als achteraf zeer belangrijk voor het goede verloop van participatie. Daarnaast hecht ik er veel waarde aan dat de provincie zich actief opstelt voor zelfreflectie en burgers dus de mogelijkheid geeft achteraf feedback te geven. Zo blijf ik en andere burgers het gevoel houden dat we serieus worden genomen en dat stimuleert mij actief te blijven participeren.” Een andere deelnemer noemt “Ik vind het wel belangrijk dat als je een participatieproces afsluit je dan ook ophaalt hoe mensen het hebben ervaren. Dat mag ook participatief gebeuren.”
Met behulp van participatie kunnen plannen verbeteren door de creativiteit, kennis en expertise van inwoners, maatschappelijke organisaties en bedrijven in te zetten. Daarom legt de provincie de lat hoog als het gaat om participatie. Bij de aanvraag van een Omgevingsvergunning – één van de instrumenten uit de Omgevingswet – waarbij Gedeputeerde Staten het bevoegd gezag zijn, verwacht de provincie dat participatie op een zorgvuldige manier wordt georganiseerd, vooral wanneer een activiteit veel invloed heeft op de omgeving. Onder de omgevingswet moet de initiatiefnemer aangeven of en zo ja op welke manier hij de omgeving heeft betrokken bij de voorbereiding van zijn initiatief en wat de resultaten daarvan zijn. De verantwoordelijkheid voor het inrichten van participatie bij de Omgevingsvergunning ligt bij de initiatiefnemer. De Omgevingswet zegt niet hoe initiatiefnemers de participatie moeten organiseren en het ontbreken van participatie is geen weigeringsgrond. Dit betekent dat de provincie geen voorwaarden kan stellen aan de participatie georganiseerd door initiatiefnemers bij een Omgevingsvergunning. Zoals aangegeven in de nota Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) 2024-2027 wordt participatie gestimuleerd. De provincie zal samen met de vijf Zuid-Hollandse omgevingsdiensten hulpmiddelen bieden aan initiatiefnemers zodat zij participatie bij een aanvraag voor Omgevingsvergunning waar Gedeputeerde Staten het bevoegd gezag zijn, op een zorgvuldige manier kunnen organiseren. Ook deelt de provincie de eigen participatiewerkwijze. Hierin staan de stappen die genomen moeten worden om participatie op een zorgvuldige manier te organiseren. De link volgt in het definitieve beleid.
Om te zorgen dat Zuid-Hollanders kunnen meebeslissen over onderwerpen die hen aangaan staat de provincie open voor ideeën vanuit de samenleving. Inwoners, maatschappelijke organisaties en/of bedrijven kunnen daarom onderwerpen aandragen voor de provinciale politiek en hebben de mogelijkheid om uitvoerende taken van de provincie over te nemen als zij deze beter, goedkoper en/of efficiënter kunnen uitvoeren (Uitdaagrecht).
De provincie vindt het belangrijk dat inwoners, maatschappelijke organisaties en/of bedrijven onderwerpen op de agenda van Provinciale Staten kunnen plaatsen wanneer deze van maatschappelijk belang zijn. Via het Burgerinitiatief kunnen deze onderwerpen worden ingediend. De provincie heeft een aantal voorwaarden voor het indienen van een Burgerinitiatief opgesteld.
Voorwaarden:
Onderwerpen mogen gaan over een plan, project regelgeving van de provincie of over een losstaand onderwerp dat aandacht verdient
Onderwerpen mogen niet korter dan een jaar geleden zijn behandeld door Provinciale Staten, tenzij er sprake is van nieuwe feiten en inzichten
Er moeten 500 handtekeningen worden verzameld
Lees meer over het plaatsen van een onderwerp op de agenda van Provinciale Staten via deze webpagina: Burgerinitiatief - Provincie Zuid-Holland
Met het uitdaagrecht kunnen inwoners de overheid verzoeken om de uitvoering van een taak over te nemen, al dan niet met bijhorend budget, omdat zij deze taak beter of efficiënter te kunnen uitvoeren. Bij gebruik van het uitdaagrecht laat de overheid zien dat zij de uitvoering van een overheidstaak aan een inwoner of maatschappelijke partij toevertrouwt. Dit gaat over uitvoerende taken van de provincie zoals het onderhoud van natuur, bruggen en bijvoorbeeld behoud van cultureel erfgoed. De provincie blijft de verantwoordelijke partij maar anderen voeren de taken beter, goedkoper en/of efficiënter uit. Voor meer informatie verwijzen we naar: [ invoegen webpagina].
Voorwaarden
De uitdaging kan door de indiener zelf, structureel uitgevoerd worden
Veiligheid is gegarandeerd
De indiener is georganiseerd in een rechtsvorm zoals een stichting
De uitdaging gaat in op uitvoerende taken van de provincie
Aanbestedingsnorm
Wel willen we erop wijzen dat wanneer de kosten voor het maatschappelijk initiatief boven de aanbestedingsnorm liggen er een officiële aanbestedingsprocedure moet worden gestart conform Europese wet- en regelgeving. Hierbij krijgen ook andere partijen de kans om een voorstel te schrijven voor de uitvoering van de desbetreffende activiteit.
Participatie organiseren
Afhankelijk van het onderwerp van het maatschappelijk initiatief zal participatie met de omgeving georganiseerd moeten worden. Dit vergt maatwerk omdat het ene initiatief geen impact heeft op de omgeving en andere initiatieven weer wel.
Voorbeeld Provincie Friesland
In de Provincie Friesland is er samen met agrariërs, natuurorganisaties en grondeigenaren een initiatief ingediend. Dit initiatief heeft gezorgd voor de ontwikkeling van 1000 hectare natuur met inbreng van agrariërs en inwoners. Lees hierover meer via Home - Natuer mei de Mienskip.
De kennis over participatie binnen de provincie is versnipperd en wat participatieaanpak betreft zijn er soms grote verschillen tussen beleidsteams. Daarom werken we aan het borgen van participatie in de organisatie.
Provincie Zuid-Holland ziet participatie niet als iets dat erbij gedaan wordt, maar als onderdeel van het dagelijks werk. Participatie maakt het mogelijk het werk goed te doen en het beleid kwalitatief beter te maken. Daarom heeft het een plek in de standaardprocessen voor besluitvorming. De provincie zal onderzoeken hoe participatie verder geborgd kan worden in onze werkzaamheden.
De afgelopen jaren heeft de provincie verschillende instrumenten ontwikkeld, zodat ambtenaren aan de slag kunnen met participatie. De provincie zal onderzoeken hoe deze instrumenten en participatie in het algemeen verder onder de aandacht gebracht kunnen worden. Binnen de organisatie is een team dat functioneert als aanspreekpunt voor participatie-vraagstukken. Het team zal ook de kennis en kunde over participatie verspreiden onder de ambtenaren.
De provincie gebruikt afhankelijk van de participatievraag digitale middelen ter ondersteuning van participatietrajecten. Door digitale tools in te zetten, naast fysieke participatiemethodes, kunnen deelnemers tijd- en plaats onafhankelijk meedenken en wordt informatie over participatietrajecten digitaal toegankelijk.
Digitale tools onderzoeken
Omdat digitale tools voor participatie nog in de kinderschoenen staan en zich volop ontwikkelen, voert de provincie onderzoek uit naar welke digitale tools geschikt zijn voor verschillenden doeleinden. Hierbij is ook aandacht voor de privacy en de veiligheid van data en de uitlegbaarheid van de resultaten van digitale tools. Met behulp van de onderzoeksresultaten wil de provincie beter beargumenteren waarom- er voor welk digitaal middel wordt gekozen en zo de participatietrajecten verbeteren. Daarnaast wordt onderzocht hoe de algemene website van de Provincie Zuid-Holland in de toekomst ruimte kan bieden aan participatie.
Gezamenlijk inkopen, inzetten en ontwikkelen digitale tools
De provincie zet in op het gezamenlijk optrekken met medeoverheden als het gaat om de inkoop, inzet en ontwikkeling van digitale participatietools. Hiermee worden de processen- en presentatie van verschillende overheden op elkaar afgestemd. Het gebruiksgemak van digitale tools voor participanten verbetert wanneer zij bij verschillende overheden dezelfde participatieprocessen- en presentatie herkennen. Daarnaast zorgt die uniformiteit voor efficiënt werken, het gemakkelijk borgen van kennis en het gemakkelijker vergelijken van resultaten van digitale participatie.
Omgaan met AI
Hoewel de provincie momenteel weinig ervaring heeft met digitale participatietools die gebruik maken van AI zal dit in de toekomst waarschijnlijk vaker voorkomen. Digitale tools gebruiken namelijk in toenemende mate complexe algoritmen, modellen en soms artificiële intelligentie (AI) waardoor de uitlegbaarheid van resultaten onder druk komt te staan. Wanneer participatietools AI gebruiken dienen er extra stappen genomen te worden op het gebied van verantwoording en registratie zoals voorgeschreven in de nieuwe AI-wet van de EU. Hiermee zorgen we ervoor dat de uitkomsten van digitale participatieprocessen ten alle tijden uitlegbaar en navolgbaar blijven.
Tijdens dit evenement gingen we met verschillende doelgroepen in gesprek over participatie in Zuid-Holland en specifiek over de concept tekst van het nieuwe participatiebeleid. Het was een gemêleerde groep, waarbij een groot aantal deelnemers van een belangengroep waren. We gingen in gesprek over wat participatie betekent, hoe we met elkaar samenwerken, wat goede en slechte participatie is en hoe we de concept tekst nog scherper zouden kunnen maken zodat het nieuwe beleid zo goed mogelijk aansluit bij de wensen van de samenleving.
Aanleiding is de actualisatie van het participatiebeleid van provincie Zuid-Holland, dit wordt participatief vormgegeven. We geloven dat ons beleid kwalitatief beter wordt als we dit samen met onze stakeholders invullen. Deze bijeenkomst was bedoeld om te informeren over de actualisatie van het participatiebeleid, en dan met name de concept tekst die erover ligt, en om deelnemers mee te laten denken over hoe deze tekst nog beter kan.
In de uitnodiging richtten we ons op: mede-overheden, semi-overheden, maatschappelijke organisaties, belangengroepen, bedrijven, ondernemers, kennisinstellingen en inwoners. Het idee was om in tegenstelling tot de eerste Denk mee sessie ook in de uitnodiging te focussen op inwoners en belangengroepen.
In totaal waren er 26 personen aanwezig van de volgende organisaties: mede- en semioverheden en maatschappelijke organisaties. Uiteindelijk waren de volgende rollen vertegenwoordigd: omgevingsmanagers, programmamanagers omgevingswet, vergunningverleners, gebiedsregisseurs, adviseurs participatie en een wethouder. En twee collega’s (intern en extern) van de PZH.
Er waren 4 collega’s van team participatie (van de provincie Zuid-Holland) aanwezig tijdens de plenaire en tafelgesprekken. Ferenc van Damme leidde in samenwerking met collega Céline Sutorius de bijeenkomst. Sanne van Eijk was organisator van de bijeenkomst. Er werd een inleiding gegeven door Aron Duindam als Ambtelijk Opdrachtnemer Omgevingsbeleid en er was een Keynote van Mischa van den Berg en Ib Haarsma over journalistiek en participatie.
Bijeenkomst om input op te halen. De resultaten verwerken we zo goed mogelijk in het geactualiseerde participatiebeleid.
Programma:
14:30 - 14:45 Welkom door Ferenc van Damme en Céline Sutorius
14.45 – 15.00 Inleiding Aron Duindam
15:00 - 15:30 In gesprek met Mischa van den Berg en Ib Haarsma
15:30 - 16:30 Tafelgesprekken over participatie
16:30 - 17:00 Afsluiting en borrel
Provinciehuis Zuid-Holland (Zuid-Hollandplein 1, 2596 AW Den Haag) in de Tuinzaal
Woensdag 16 oktober van 14:30 tot 17:00
We nemen de opbrengst uiteraard mee bij het opstellen van het participatiebeleid. Dit betekent niet dat de input gegarandeerd wordt overgenomen maar we nemen alle input wel in overweging. Als er een groen vinkje achter een punt staat (✅ ) is er nu al specifieke aandacht voor in het ontwerp van het participatiebeleid.
Vragen die leven:
Het verschil tussen medezeggenschap en mede eigenaarschap. Of zijn we allemaal eigenaar als we mee kunnen praten?
Hoe kijken we nu naar de democratie? Generaties komen en gaan, maar hoe gaan we met elkaar om? ✅
PZH ziet informeren niet meer als participatie maar informeren staat wel als participatie in het beleid van gemeenten. Hoe gaan we hier mee om?
In de definitie van participatie wordt het woord ‘meedenken’ gemist ✅
De 60% versie van het beleid is niet te vinden op de website. Wordt deze nog erop gezet? Had handig geweest om deze voor de sessie al te delen.
Het participatieproces lijkt te weinig ruimte te bieden omdat er wordt gewerkt met meerdere lagen van bestuur en niveaus van regelgeving. Hoe gaan we hier mee om?
Hoe breng je inwoners met weinig kennis en professionals samen? De complexiteit van het vraagstuk is belangrijk om te begrijpen voor iedereen aangezien dit een rol speelt in het verdere participatieproces. Het informatieniveau moet evenredig zijn. Lokale media zou hier bijvoorbeeld bij kunnen helpen. ✅
Hoe gaan we om met ‘wie betaald die bepaald? ✅
Voorkom schijnparticipatie als er nog inbreng mogelijk is. Wees open en eerlijk over wat wel en wat niet kan. Kaderen. ✅
Heb oog voor complexiteit en investeer in het op gelijke, goed geïnformeerde hoogte komen van de verschillende participanten. ✅
Leren en praktische proeftuin in de Hoeksche Waard (contactgegevens achtergelaten).
De intentie van de provincie om belanghebbenden hierbij te betrekken. De wil is er.
Het in een vroeg stadium betrekken van belanghebbenden
Verwachtingsmanagement en altijd terugkoppeling achteraf
Goed dat er op de website staat welke participatie aan de orde is.
Het meedenken met bewoners. Houdt het kleinschalig.
Je hebt de buurt nodig. Ook de stakeholders. Partner zijn.
Voor onderzoek naar standpunten kan je vertegenwoordigers inzetten
Initiatief nemen.
Openheid in communicatie /proces
Uitgebreide tekst, maar 3.1.1. leest niet makkelijk (wollig). Later is dit beter.
3.2 is lekker concreet, heel goed om link toe te voegen (let wel op dat die link werkt).
Participatie als standaard onderdeel van het besluitvormingsproces
Maatwerk en drempelverlagende maatregelen voor deelnemers
Monitoring en evaluatie.
Voorkomen van schijnparticipatie
Veel verschillende standpunten
De provincie overruled afspraken die de gemeente met participatie heeft gemaakt (vb. Hoeksche Waard) ✅
Informeren is nog niet inclusief genoeg (denk aan 18% is analfabeet, denk aan anderstaligen). Eerst dit goed voordat je een trede verder gaat. ✅
Een filmpje van wat je van deelnemers wilt weten had handig geweest. Meer informatie vooraf had fijn geweest.
Bij technische problemen (energietransitie) iedere gebruiker optimaal betrekken
Hoe betrek je de burger bij oplossingsrichtingen? ✅
Wat doe je met verstorende participatie en polarisatie?
Een betere route voor initiatieven vanuit de bewoners en instanties.
Gebruik de wijkorganisatie. ✅
Definiëren wat de beinvloedingsruimte “Als het vraagstuk zich leent voor participatie…” ✅
Maak de tekst concreet en zorg van borging.
Hoe ga je bv mensen goed informeren ✅
Diversiteit in klankbordgroep bewaken.
Tijdstip participatie sessie niet handig tijdens werktijd
Mis uitwerking hoe maatregelen worden getoetst. Wanneer vind PZH participatie voldoende?
Opbouw kopjes nog even checken. 3.3.1e paragraaf past net: leidt af van de kern.
Maatregelen (stappenplan) missen; niet concreet genoeg
Visie en ambitie? ✅
Tijdige + voldoende informatievoorziening ✅
Structuur van het stuk (hap snap)+ taalgebruik
3.3.1. Tijd, capaciteit en geld om participatie uit te voeren moeten voorwaardelijk zijn om een project/beleid te starten, niet andersom.
Buiten de wettelijke standaard bij besluitvormingsprocessen ook een standaard check (dedicated team?) op mate + vorm van participatie daarbovenop
Er wordt wel digitale participatie genoemd, maar geen ‘analoge’, terwijl het om mensen gaat, verbinding en ideeën rijkdom. Nu wordt naar digitaal gestuurd. ✅
AI – hoofdstuk is misplaatst. AI zou een tool kunnen zijn om inclusief te participeren.
Meer/minder participanten als organisatie?
Oog voor complexiteit vele belangen inclusief tegenstrijdige belangen. Hoe kun je dit samenbrengen? ✅
Fase waarin participatie mogelijk is ✅
Eerlijke participatie is belangrijk over de verschillende fasen van het plan. ✅
Hoe ga je om met geografische gebiedsgrenzen. Alle provincies zijn onafhankelijk bezig.
De ambities mogen puntiger worden neergezet.
Democratie en participatie naast elkaar toelichten
Andere vormen van communicatie over participatie zodat jongeren ook willen participeren, dat ze het belang ervan inzien. Overheden moeten ook leren participeren. Leren participeren.
Ontbreken van participatie = weigeringsgrond. Kan de provincie dit wel als weigeringsgrond vastleggen?
Afspraak = afspraak ✅
Hoe betrek je jongeren, leerlingen en studenten?
Zoek de participatie in samenstelling van de bevolking ✅
Participatie met een opvolging krijgen anders werkt participatie niet meer ✅
Verbinden aan verwachtingsmanagement. Wat is de rol van participatie? ✅
Kleinschalig aanpakken. PZH moet zich opstellen als partner. ✅
Let op inclusie: bv digibeten. Hoe betrek je deze doelgroep? ✅
Kaders in relatie tot tekst is niet duidelijk.
Hoe zorg je voor doorlopende terugkoppeling, ook na elke processstap? Is ook onderdeel van verwachtingsmanagement: wat wordt er gedaan met input, waarom zijn hier grenzen in? ✅
Hoe weeg je het belang van verschillende groepen af? ✅
Stem participatie PZH af met andere provincies (Noord-Holland bijvoorbeeld) zodat het grensgebied duidelijk weet waar men aan toe is.
Visie en ambitie? ✅
Bij aanpak: volgorde van afwegingen: bij de start van projecten/beleidstrajecten afweging maken van participatie ✅
Afweegkader: welke vorm van participatie in welke gevallen? ✅
Evaluatie van het hele beleidsstuk over x jaar. Niet negeren dat het een ‘work in progress’ is. ✅
3.1.1.3. “Na een…een terugkoppeling” = zenden. Moet een verlenging zijn van je participatievorm. Een gesprek, niet zenden.
Participatievormen missen. Hoe kan je dit doen? Welke vormen zijn er? Hoe kies je hieruit? ✅
Drempel voor ‘uitvoerders’ verlagen door participatie trainingen.
Wat is het doel van de participatie in project? ✅
Voor wie? Burgers/stakeholders? En hoe? ✅
Wat zijn de kaders waarbinnen participatie plaatsvindt? ✅
Wat is de breedte van invloed? ✅
Hoe maak ik een plan op maat?
Is het maken van dit beleid een rol voor IPO?
Schijnparticipatie voorkomen ✅
Dat je wel deep democracy hebt
Terugmelding. Wat is er wel of niet meegenomen en waarom wel of niet? ✅
Participatie door deskundigheid/verdieping op een gelijk niveau brengen van participanten ✅
Lokale media + sociale media